Wanneer heeft een wijn
kurk?
Wijn is
een levend product en daarmee onderhevig aan problemen en fouten. Het bekendst
en beruchtst daarvan is 'kurk'. Kurksmaak kan zowel in een goedkope als in een
dure fles voorkomen.
Het
verschijnsel kurk maakt een wijn ondrinkbaar, maar de het is niet altijd de kurk
zelf die daaraan schuldig is, ook al heeft men dat wel lange tijd gedacht. Ook
kan de mate waarin een wijn is aangetast variëren. Echte kurksmaak is echter
onmiskenbaar: de wijn ruikt muf en chemisch, naar nat karton, en in de mond
geeft hij een onaangenaam bittere nasmaak.
Kurksmaak
is afkomstig van een chemische verbinding (trichlooranisole,
ook wel aangeduid als TCA)
die wordt
uitgescheiden door een schimmel die voorkomt in de kurkbast of op de plek waar
de wijn wordt gemaakt. Een wijn kan zodoende al in een vroeg stadium kurk
oplopen; met ouderdom heeft het niets te maken. Kurken moeten daarom met
uiterste zorg worden gereinigd. Eerst direct na de oogst, dan na de droging en
vervolgens nog een keer voor ze op de fles gaan, waarbij ze ook worden gebleekt.
Onderzoek heeft uitgewezen dat de kurkschimmel zich ook in allerlei vormen van
hout kan ophouden, met name in oudere vaten. Zowel bij kurkproducerende
bedrijven als wijnmakers heeft dit geleid tot een verscherping van de
hygiënische eisen.
Kurk of Schroefdop?
Steeds meer wijnen worden afgesloten met een schroefdop in plaats van een kurk.
In de toekomst zullen het alleen nog maar meer gaan worden, van eenvoudig tot
exclusief. Hoewel dat gevoelsmatig misschien even wennen is, zijn er tal van
rationele overwegingen waarom een schroefdop de voorkeur verdient boven de van
oudsher gebruikte kurk.
De belangrijkste reden is dat wijn die met natuurkurk afgesloten wordt, altijd
onderhevig is aan de inwerking van zuurstof (oxidatie) en af en toe kans loopt
op bacteriële en schimmelinfecties (kurk). In beide gevallen heeft dat te maken
met het gegeven dat kurken uit organisch materiaal bestaan dat na verloop van
tijd vergaat. De mate waarin de kurk zuurstof doorlaat, varieert van fles tot
fles, waardoor er altijd een mate van onvoorspelbaarheid met betrekking tot de
conditie van de wijn bestaat. Goed om te weten is dat voor de ontwikkeling van
de wijn geen zuurstof nodig is. Overigens is een kleine, gecontroleerde
hoeveelheid zuurstof bij rode wijn niet schadelijk.
Bij het gebruik van schroefdoppen worden de risico's tot een absoluut minimum
gereduceerd. Anders dan kurken garanderen schroefdoppen exact dezelfde conditie
voor iedere afzonderlijke fles. Flesvariatie door inwerking van zuurstof is
daarmee van de baan. Met name witte wijnen, die het van zuiverheid en
aromatische finesse moeten hebben, bleken daarom zeer gebaat bij de nieuwe vorm
van afsluiting. Ook rode wijnen hebben voordeel bij een schroefdop, omdat deze
het risico van kurkinfectie elimineert.
De schroefdop heeft behalve de grotere betrouwbaarheid van de wijnkwaliteit ook
nog een praktisch voordeel. Openen en sluiten van flessen gebeurt nu letterlijk
in een handomdraai, zonder dat er nog accessoires bij nodig zijn.
bron: www.wijn.nl
|